“Vrouwelijke arts is veel beter,” zo lezen we vandaag op de voorpagina van het AD. Toine Lagro-Janssen, hoogleraar vrouwenstudies medische wetenschappen, concludeert dat na een onderzoek onder voornamelijk huisartsen. Morgen verschijnt het volledige artikel in het Nederlandse tijdschrijft voor geneeskunde. Lagro-Janssen stelt daarin dat vrouwen meer hun best doen niet als alwetende arts over te komen, beter luisteren, langer praten tijdens consulten en meer aandacht hebben voor medische klachten. Het onderzoek laat zien dat een veelgehoord excuus voor gebrekkige arts-patiëntcommunicatie, het systeem, niet geheel gegrond blijkt. Artsen blijken wel degelijk een verschil te kunnen maken. Uit sommige reacties op het artikel blijkt dat mensen het artikel aangrijpen voor een heuze ‘battle of the sexes’. “Vrouwen praten in de regel inderdaad langer… of het altijd zinvol is?” vraagt een cynische lezer zich af. Anderen stellen hun vraagtekens bij de juistheid en het nut van het onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke artsen. “Zeggen dat vrouwen beter zijn, is een ouderwets domme seksistische opmerking,” aldus een lezer.
Je kunt inderdaad van alles vinden van de focus op de verschillen tussen mannen en vrouwen, maar het gaat mij om een heel ander aspect. Ik hoor vaak dat de inrichting van ons zorgsysteem als excuus wordt gegeven voor gebrekkige communicatie tussen artsen en patiënten. Vooral de tijdsdruk zou het artsen welhaast onmogelijk maken om op een goede manier met hun patiënten te communiceren. Toegegeven, de korte tijd voor consulten stelt inderdaad grote beperkingen aan de communicatie. Het maakt het bijvoorbeeld lastig om uitgebreid stil te staan bij de bredere context van een bepaalde klacht. Maar binnen de beperkingen van het systeem blijft er kennlijk nog steeds de mogelijkheid om je luisterend op te stellen vanuit een open (niet arrogante) attitude. En dat is een belangrijk ingrediënt voor een goede arts-patiëntrelatie.
Artsen kunnen binnen de kaders van het systeem dus wel degelijk een verschil maken. Dat vind ik een belangrijke conclusie die je op basis van het artikel kan trekken. Hopelijk zet het artikel mensen (incl. artsen) daarover aan het denken.