Skip to main content

Het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN) heeft aangegeven zich te gaan verdiepen in toepassingen van software die als medisch hulpmiddel dienen, zo meldt ICTzorg deze week.
Normalisatieprocessen in de zorg
zijn belangrijk. Tijdens zulke processen proberen verschillende partijen, zoals leveranciers, gebruikers en wetenschappers, afspraken te maken over zaken als kwaliteit, veiligheid en privacy. Het is daarom goed dat de NEN in 2008 ontwikkelingen gaat volgen op het gebied van software die dient als medisch hulpmiddel en daar eventuele normafspraken over zal maken. De vraag is nog wel welke software zij wel en niet als medisch hulpmiddel zullen zien.

ICT dient in de zorg verschillende doelen. EPD’s hebben bijvoorbeeld momenteel vaak nog een administratieve of registrerende functie. Ze moeten helpen bij bedrijfsvoeringsprocessen en bij het opslaan en uitwisselen van patiëntgegevens. Het landelijke EPD en het deze week door GGZ Eindhoven uit de roulatie gehaalde iMedone zijn voorbeelden van zulke EPD’s. De belangrijkste verandering die zulke EPD’s bewerkstelligen is dat zij communicatie tussen hulpverleners mogelijk maken. Omdat deze communicatie veel medische fouten kan voorkomen, is dat een belangrijke winst. Maar aan de interactie tussen patiënten en hulpverleners veranderen deze EPD’s weinig. Je zou kunnen zeggen dat zij bestaande verhoudingen digitaliseren: de arts en patiënt houden elk hun eigen kennisbasis en deze zijn, voorlopig althans, niet gekoppeld, laat staan geïntegreerd. Het wordt een heel ander verhaal als patiëntdossiers mensen in de zorg – hetzij artsen, hetzij patiënten – ondersteunen of hen zelfs inspireren tot handelen. Pas dan betekenen zij in potentie een wezenlijke verandering voor de communicatie tussen artsen en patiënten en kunnen zij gezien worden als een medisch hulpmiddel. Daarom vind ik het interessant dat het NEN zich apart met software gaat bezighouden die een dergelijke ondersteunende of inspirerende functie heeft.

Een zogenaamde normcommissie van de NEN zal zich in 2008 in het bijzonder richten op software die als medisch hulpmiddel dient. De NEN beschouwt software als een medisch hulpmiddel wanneer het ‘beoogd’ gebruik van de software diagnostisch of therapeutisch is. Het is afwachten wat deze commissie wel of niet tot tot deze definitie zal gaan rekenen. Het eerder op deze website besproken Cardio Consult lijkt me in ieder geval een voorbeeld van software die als medisch hulpmiddel voor onder andere nurse practitioners dient. Maar geldt dat ook voor software op het gebied van E-mental health, software die voornamelijk door patiënten wordt gebruikt? Of het bijhouden van een dagboek in een online patiëntdossier van Google? Wat mij betreft wel en wat mij betreft is het interessant te kijken wat verschillende stakeholders nu als ‘goede’ voorbeelden hiervan zien. Ik ben benieuwd naar het toekomstig werk van de commissie.

Bettine Pluut

Bettine Pluut zet zich als adviseur en actieonderzoeker in voor goede zorg en een praktijkgerichte overheid. Zij is gespecialiseerd in digitale innovatie, actieonderzoek en patiëntparticipatie.

One Comment

Leave a Reply