Skip to main content

De Koninlijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst heeft deze week op haar website haar zorgen geuit over de trage invoering van het landelijke Elektronisch Patiënt Dossier. In een artikel getiteld “ontwikkeling EPD moet sneller kunnen” pleit directeur Beleid Lode Wigersma voor een regionale focus en laat hij zich stevig uit over de huidige strategie. De aanpak die Wigersma voorstelt vertoont overeenkomsten met de onlangs op deze site beschreven Canadese aanpak. Daar zijn de provincies het vertrekpunt voor de invoering van het EPD. Ook Wigersma vindt dat meer moet worden uitgegaan van lokale netwerken. Landelijke invoering is op korte termijn te complex en meer de slagroom op de regionale taart.

Vertraging

Bij de invoering van het EPD is men al een aantal keer tegen flinke tegenvallers opgelopen. Toch gaf minister Ab Klink in juli 2007 aan dat hij nog steeds denkt dat landelijke invoering in 2009 een haalbare doelstelling is. Dit ondanks het rapport van Ernst en Young, dat veel stof deed opwaaien omdat onderzoekers daarin stelden dat invoering in 2009 onwaarschijnlijk is. Ook in de laatste voortgangsrapportage van 14 december vorig jaar zag de minister nog geen redenen deze doelstelling bij te stellen.

Pittige uitspraken

De KNMG is wel bang dat het allemaal veel te lang zal gaan duren. Twee pittige uitspraken van Wigersma:

Het is een misvatting dat het EPD van meet af aan een landelijk systeem moet zijn en dat alle gegevensuitwisseling in principe landelijk plaats zou moeten vinden. Met dit idee wordt de realiteit in de zorg geen dienst bewezen.

We moeten niet wachten tot er landelijke applicaties zijn ontwikkeld, die in alle opzichten aan de landelijke vereisten en normen en technische specificaties voldoen. We zien namelijk dat dat veel te lang duurt. We moeten voorrang geven aan regionale ontwikkelingen en systemen, en van daar uit toewerken naar landelijke uniformiteit.

Dat is toch forse kritiek van de KNMG op de route die momenteel bewandeld wordt. Omdat slechts 2 tot 5% van de dagelijkse gegevensuitwisseling landelijk plaatsvindt, zou er voorrang moeten worden gegeven aan het realiseren van de regionale en lokale uitwisseling van patiëntgegevens. “Alle inspanningen moeten op de regionale situatie worden gericht,” aldus Wigersma.

Regionale netwerken moeten het doen

Het NICTIZ en VWS, die momenteel de regie op de invoering voeren, kunnen zich wat de KNMG betreft blijven bezighouden met zaken als privacy, beveiliging en uniformering. Maar het is met name aan de regionale netwerken om te zorgen dat zij door middel van EPD’s betere zorg aan hun patiënten kunnen leveren.

Het artikel van de KNMG zal het NICTIZ en het ministerie niet zijn ontgaan. Het is wachten op een reactie.

Bettine Pluut

Bettine Pluut zet zich als adviseur en actieonderzoeker in voor goede zorg en een praktijkgerichte overheid. Zij is gespecialiseerd in digitale innovatie, actieonderzoek en patiëntparticipatie.

One Comment

Leave a Reply