Enkele weken geleden stond op deze weblog een eerste artikel over Planetree: een zorgconcept of filosofie die door het in de praktijk brengen van een aantal principes hoopt de gezondheidszorg patiëntgerichter of mensgerichter te maken. Nu is dat woord patiëntgericht een lastig begrip. Door mijn promotieonderzoek wordt mij steeds duidelijker dat het woord ‘patiëntgerichtheid’ een soort schijnconsensus met zich meebrengt. Vraag 100 mensen of ze het er mee eens zijn dat een Elektronisch Patiënt Dossier moet bijdragen aan patiëntgerichte zorg en de kans is groot dat iedereen die vraag met ‘ja’ beantwoordt. Maar als je vervolgens doorvraagt zul je tot de ontdekking komen dat er veel verschillende opvattingen zijn over wat nu goed is voor de patiënt.
Een mooi voorbeeld van die verschillende ‘sociale constructies’ van patiëntgerichtheid vind je terug in discussies over de alternatieve of complementaire geneeswijzen. Waar de Vereniging tegen de Kwakzalverij vanuit het belang van de patiënt probeert de alternatieve geneeswijzen in Nederland zoveel mogelijk te bestrijden, ziet Planetree het juist als een uiting van patiëntgerichtheid om patiënten ook alternatieve geneeswijzen aan te bieden.
Eén van de negen elementen van het Planetree-concept is het integreren van complementaire geneeswijze in de reguliere geneeskunde. In één van de hoofdstukken uit het boek Putting Patients First houdt David Katz een pleidooi voor deze integratie. Hij doet dit vanuit een analyse van het aantal mensen dat gebruik maakt van “Complementary and Alternative Medicine (CAM) en hun motivaties. Uit onderzoek blijkt dat mensen kiezen voor CAM omdat zij:
- ontevreden zijn met reguliere geneeswijzen en hun behandeling van chronische ziekten
- de negatieve bijwerkingen van reguliere medicijnen en geneeswijzen willen vermijden
- interesse en inzicht in de invloed van voeding, emoties en levensstijl op hun gezondheid hebben
- meer aandacht hebben voor preventie van ziekten en hun algehele gezondheid
Als er zoveel mensen zijn die kiezen voor CAM en als hun motivaties zo sterk verbonden zijn met hun levensovertuiging, zo stelt Katz, dan is het het integreren van CAM en reguliere geneeskunde een kwestie van ‘patient empowerment’. Vanuit het perspectief van de patiënt is het namelijk erg problematisch dat de twee werelden, die van de CAM en die van de reguliere geneeswijze, zo geïsoleerd zijn. En daar voel ik met de auteur mee.
The wall of silence
Onderzoeken laten zien dat het merendeel van de mensen die één of meerdere alternatieve behandelingen volgt dat niet vertelt aan hun reguliere arts. Dat komt vaak doordat zij vermoeden dat hun reguliere arts dit zal afkeuren. Katz spreekt van de “traditional wall of silence between CAM and allopathic care”. Het is ergens toch in en in triest dat veel patiënten niet het gevoel hebben dat zij openlijk met hun arts kunnen praten over verschillende behandelopties en hoe zij daar tegenover staan. En dat is niet alleen zorgwekkend omdat het iets zegt over communicatie en vertrouwen binnen arts-patiëntrelaties. In sommige gevallen conflicteren complementaire geneeswijzen namelijk met reguliere geneeswijzen. Als er geen arts is die op de hoogte is van alle behandelingen die een patiënt ondergaat, kan dit dus directe negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid van de patiënt. En een mogelijke positieve kruisbestuiving tussen alternatief en regulier wordt zo ook bemoeilijkt.
Een voorbeeld
Katz is zelf directeur van een medisch centrum dat werkt volgens het Planetree-zorgconcept en CAM en reguliere geneeswijzen integreert. Het Integrative Medicine Center (IMC) aan het Griffin Hospital in Connecticut biedt geïntegreerde zorg op basis van een consensusmodel. Dit betekent allereerst dat het centrum twee directeuren kent: een reguliere en een complementaire arts. Daarnaast wordt voor iedere patiënt door zowel een reguliere als complementaire arts een diagnose gesteld en behandelopties bepaald. Deze worden op een ‘consensus conference’ besproken. Ook de patiënt neemt deel aan de conferentie en zo wordt gezamenlijk een behandelplan opgesteld.
Veel mensen zullen een dergelijk centrum afkeuren. Zij vinden het in het belang van de patiënt als hij of zij zoveel mogelijk beschermd wordt tegen alternatieve praktijken. Maar hoe je ook denkt over alternatieve geneeswijzen, patiënten en zorgconsumenten maken er in grote getalen gebruik van. En dus zijn zij de dupe van een gebrek aan dialoog tussen hun verschillende behandelaars. Het is daarom zoeken naar een manier om die dialoog op gang te krijgen. Initiatieven vanuit Planetree kan ik dan ook alleen maar toejuichen.
Beste Bettine,
Als groot voorstander van het invoeren van Planetree in Nederlandse Zorgorganisaties ben ik het met je eens dat invgoering ervan vergaande consequenties heeft. Het grijpt in op het logische veranderingsniveau van de identiteit van een organisatie. Het is niet zo maar een veranderingstraject op details, nee hoor, Planetree gaat heel ver, als je de cliënt of patiënt echt centraal wil stellen, dan moet je als organisatie alles wat de patiënt/cliënt belangrijk (criterium) vindt bij zijn/haar eigen genezingsproces, ook in jouw zorgorganisatie gaan organiseren. Voor het EPD of ECD gaat dit ook heel ver. Het gaat niet alleen maar om het recht van inzage daarin door de cliënt/patiënt, maar zelfs ook het recht om de inhoud van het EPD/ECD mede te bepalen en daar zelf ook inhoud in te kunnen stoppen en de communicatie erover zelf te kunnen regisseren. Ben je dat met me eens?
Beste Frank,
Dank je wel voor je reactie en vraag. Ik ben het met je eens dat het doorvoeren van de ideeën van Planetree ook verre consequenties heeft voor de gewenste functionaliteiten van een EPD. Maar dat betekent mijns inziens niet zondermeer dat patiënten in alle gevallen de regie en inzage- en schrijfrechten hebben. Wat mij betreft staat – vanuit het concept Relational Responsibility – niet zozeer de patiënt centraal alswel de relatie. Patiënt en zorgverlener maken in een ideale situatie afhankelijk van de situatie, hun voorkeuren en vaardigheden afspraken over het wat, waarom en hoe van een EPD. Sommige patiënten zullen immers helemaal geen behoefte hebben aan regie over het gebruik van een EPD.
Het bovenstaande vraagt wel van een EPD dat het zo ongeveer ‘alle’ mogelijke functionaliteiten heeft, zodat arts en patiënt niet beperkt worden in hun keuzes door de technologie. Pas dan kan een EPD bijdragen aan, of een katalysator zijn van, zorg op maat. Kortom, voor mij is er geen ‘one best EPD’. Het gaat er om te bepalen wat nu precies de voor- en nadelen zijn van specifieke functionaliteiten in verschillende situaties en hoe arts en patiënt deze functionaliteiten optimaal kunnen benutten.
Kunt u aangeven wat het Planetree model nu daadwerkelijk voor gevolgen heeft voor de organisatiestructuur ? Volgens mij kan de huidige hiëarchische structuur niet gehandhaafd blijven bij het implementeren van het Planetree concept met als gevolg een blokkade bij het invoeren van dit concept.
Beste Bettine.
jammer, planetree biedt heel veel goeds, daar waar zorgverleners (verzorging én behandelaren ) nog niet echt vanuit de cliént/ bewoner/patiënt dachten, echter alternatieve geneeswijzen die niet bewezen zijn mág iemand best zelf opzoeken, doch ( ik ben arts binnen een reguliere instelling) als behandelaar/arts kan ik niet iets toepassen/ toelaten dat niet bewezen is, het mag wel doch dan wel op kosten van degenen zelf mits het niet tot schade lijdt/interfereert met de reguliere behandeling. dat er veel mensen gebruik maken van alternatieve geneeswijzen zegt niets over de werkzaamheid er van, wel dat ze zich blijkbaar niet voldoende gehoord voelen door de regulier behandelaar ( daar is werk aan de winkel) of denken dat alternatief gelijk staat aan ‘natuurlijk ‘en daarmee beter, een grote misvatting en helaas nog weleens gepromoot, ook jammer dat verzekeraars (puur omklanten te binden) niet bewezen therapien vergoeden ( mensen denken dan toch dat het zinvol is) .
complementaire behandeling die wel evidence based zijn zouden zeker een plaats moeten krijgen, maar dan gaat het maar om een heel klein gedeelte van de overkill aan alternatieve geneeswijzen inclusief alle kwakzalverpraktijken. binnen onze instelling laten we dit dan ook niet toe, wel kijken we naar aanvullende zorg als muziektherapie/ massage/ creatieve therapie, zaken die je ook binnen de antroposofie meer aandacht ziet hebben, dit is wel een zeer zinvolle aanvulling en tot verbetering van welzijn en daarmee gezondheid leidende.
Dus planetree : prima, maar kritisch blijven wat daar onder geschaard wordt enof alternatieve therapien toegelaten moeten worden overlaten aan de deskundigen /dokters en niet aan manageres/ beleidsmedewerkers.