Je kunt in de maanden mei en juni wel spreken van een waar bombardement aan congressen op het gebied van ICT in de zorg. Vandaag was het de beurt aan de NVMA om de 13e EPDdag te organiseren. Een informatief evenement, met verfrissend andere geluiden. De presentaties zullen binnenkort te vinden zijn op de website van de EPDdag. Hieronder toch een kort verslag.
Vooral de presentatie van Thijs Homan was een verademing. De hoogleraar ‘Change and Implementation” liet niet alleen zien over goede presentatievaardigheden en gevoel voor humor te beschikken – wat lang niet altijd het geval is bij congressprekers -, het was bovendien verfrissend dat Homans deskundigheid niet zozeer lag op het terrein van Elektronische Patiënt Dossiers, maar op het gebied van verandermanagement. Daardoor kon hij zich focussen op de organisatiekundige aspecten van de invoering van EPD’s, te weten:
- Organisatorische consequenties
- Inter-organisatorische consequenties
- Professionale consequenties
- Strategische consequenties
- Verandertechnische consequenties
De hoogleraar benadrukte vooral het belang van goed nadenken over de strategische visie achter een EPD. Als een EPD deel uitmaakt van een grotere verandering in een organisatie of in de zorg, bijvoorbeeld een veranderde arts-patiëntrelatie, volstaat een operationele projectaanpak volgens een blauwdruk niet. Dan zal een organisatiebreed groei- en verandertraject moeten worden gefaciliteerd, waarin professionals de kans krijgen te leren, te experimenteren en waarin aandacht is voor groei en ontwikkeling op verschillende niveaus. Homan bood middels verschillende modellen een mooi kader om de ontwikkeling en implementaties van landelijke en lokale EPD’s te analyseren.
Als het gaat om de professionele consequenties, vond ik vooral de term ‘onteigeningseffect’ mooi. Hiermee wees Homan op de effecten van het delen van informatie op de professionele identiteit van zorgverleners. Hij benadrukte het gevaar je te verliezen in de technische aspecten, terwijl juist dit soort ‘zachte’ factoren essentieel zijn.
Tijdens de informatiemarkt die volgde op Homans presentatie lag het accent helaas wel op die techniek. Daar werd weer duidelijk hoveel EPD’s er momenteel op de markt zijn. En inderdaad, als er geen strategische visie is, is het voor organisaties moeilijk kiezen en vrees je voor te veel aandacht voor mooi technologische snufjes.
Hierna volgde een presentatie door Jack Robinson van Microsoft’s Health Solutions Group. Hij motiveerde waarom Microsoft ervoor kiest zich in de zorgsector te begeven en legde de werking van hun Persoonlijk Patiëntdossier, de Health Vault uit. Hij voorspelde dat “consumer involvement the next big change in health care” zal zijn en hoopt dat de Health Vault hieraan kan bijdragen. En ervoor kan zorgen dat patiënten langer thuis zorg kunnen ontvangen, zodat professionele zorg ontlast wordt. Ik vond het interessant de visie van Microsoft op de verhouding tussen arts en patiënt te horen, als het gaat om patiëntdossiers. De gedachte achter de Health Vault is dat dit persoonlijke dossier volledig eigendom is van de patiënt (en zijn familie of mantelzorger). De patiënt verleent toegang aan artsen tot dit dossier. Maar daarnaast moet het ‘clinical record’ eigendom blijven van zorgaanbieders. Mij werd helaas niet duidelijk hoe hij denkt deze werelden op een effectieve en efficiënte manier samen te brengen.
Dit laatste kwam ook onvoldoende aan de orde tijdens een forum, dat voornamelijk ging over de ontwikkeling naar online dossiers zoals dat van Microsoft. Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik begin een beetje forummoe te worden. Het is vaak zo weinig dynamisch, weinig interactief en sterk afhankelijk van een goede voorzitter. Tijdens het forum vandaag kwam natuurlijk het thema privacy weer aan de orde – wat door de een belangrijker werd gevonden dan de ander – en de mogelijke gevolgen van een meedenkende zorgconsument besproken. Maar de discussie kwam niet echt los.
Na de lunch koos ik voor het bijwonen van de internationale sessie. Zeer boeiend om vijf mensen uit vijf verschillende landen achter elkaar hun verhaal te zien houden over het landelijk EPD in hun land. Het Elektronisch Patiënt in Duitsland, Amerika, Canada, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk (Engeland, Wales, Noord-Ierland en Schotland) werd beschreven. Interoperabiliteit (het vermogen van systemen om met elkaar te communiceren) , financiëring en draagvlak onder zorgprofessionals blijken in alle landen de grote uitdaging. De presentaties zullen binnenkort te downloaden zijn op de site van de “The International Federation of Health Records (IFHRO). Opvallend is dat wij in Nederland altijd zo opkijken tegen andere landen waaronder Canada, maar dat de spreekster uit Canada aangaf dat Nederland juist volgens haar juist voor ligt. Het is natuurlijk altijd de vraag vanuit welk oogpunt je zoiets bekijkt, maar onze landelijke infrastructuur maakt duidelijk indruk op andere landen. En de meer bottum-up strategie die gekozen wordt in Canada werkt volgens de spreker onvoldoende. Zij verlangde sterk naar verplichtende wetgeving, zoals de in Nederland in aantocht zijnde wet op het EPD.
Ik ben uiteindelijk niet meer naar de uitreiking van de prijsvraag geweest. Mijn hoofd zat inmiddels vol. Met interessante informatie, dat zeker.