Er is niet zoiets als hét Elektronisch Patiënt Dossier. Een Elektronisch Patiënt Dossier kan gezien worden als een erg algemeen concept. Het verwijst naar een verzameling elektronisch opgeslagen en elektronisch toegankelijke informatie over het zorgproces. Een EPD kan verschillende vormen aannemen en verschillende functies hebben. Dit is onder andere afhankelijk van de keuzen die ten aanzien van de volgende vraagstukken worden gemaakt:
- Welke informatie wordt verzameld?
- Waar en hoe wordt deze informatie verzameld?
- Wie heeft schrijfrechten en -plichten?
- Wie heeft mutatierechten en -plichten?
- Wie heeft inzagerechten en -plichten?
- Voor welke doeleinden wordt het EPD gebruikt?
Vaak wordt gedacht dat het EPD een vaste, centrale verzamelplaats van medische informatie is. Maar dat hoeft lang niet altijd het geval te zijn.
Bij het landelijk EPD dat momenteel in Nederland wordt ingevoerd is hier bijvoorbeeld geen sprake van. Dat EPD is een virtueel dossier waar wordt gewerkt met een Landelijk Schakelpunt (LSP). Via dit schakelpunt kan de informatie die bij verschillende zorgverleners beschikbaar is worden opgevraagd op het moment dat een daarvoor geautoriseerde hulpverlener (of in een later stadium de patiënt) daarom vraagt. Vooralsnog gaat om twee soorten informatie die kunnen worden opgevraagd. Allereerst krijgt het EPD een onderdeel waarin medicatiegegevens staan, het Elektronisch Medicatie Dossier (EMD). En ten tweede wordt gewerkt aan een deel voor huisartsenposten, het Waarneemdossier Huisartsen (WDH). Huisartsenposten zijn er voor spoedgevallen buiten kantooruren. Bij spoedgevallen geeft het WDH een samenvatting van de gegevens van de huisarts voor de ‘waarnemend arts’ en moet het bovendien mogelijk zijn dat de waarnemend arts een kort verslag van de behandeling invoegt in het EPD. Voor mensen die meer over het landelijke EPD willen weten, zijn deze voorlichtingsfilmpjes wel interessant.
Na de succesvolle invoering van het EMD en WDH moeten meer ‘hoofdstukken’ in het landelijk EPD gevuld worden, moeten meer functies worden toegevoegd en zullen ook patiënten inzage moeten krijgen. Het landelijk EPD is nog een vrij basaal EPD. Inmiddels is er al veel mogelijk. En in verschillende landen, maar ook op een aantal locaties in Nederland, wordt al met ‘slimmere’ EPD’s gewerkt. Maar een landelijke invoer vraagt nu eenmaal veel van een diverse groep partijen, dus begrijpelijk is het wel.
Wat is er dan eigenlijk allemaal mogelijk, als het gaat om EPD’s? Daarvoor helpt een indeling in verschillende generaties dossiers, zoals ontwikkeld door Gartner.
1e generatie EPD: “De kijkdoos”
Dossiers zijn ‘kijkdozen’ waarin informatie uit verschillende bronnen kan worden ingezien, zoals data uit laboratoria en röntgenfoto’s. Het EPD is niets meer dan een plek waar dat soort gegevens per patiënt worden verzameld en kunnen worden geraadpleegd. Er is alleen sprake van eenrichtingsverkeer: van gegevensbank naar arts.
2e generatie EPD: “De documenteerder”
Naast een ‘kijkdoos’ is het 2e generatie EPD ook een dossier waar de arts of patiënt (maar meestal alleen de arts) informatie aan toevoegt, zoals over de medische handelingen die bij een patiënt worden verricht. In dit geval is het EPD een plaats waar zowel data wordt verzameld als waar wordt gedocumenteerd. De meeste EPD’s in Nederland zijn nog 1e of 2e generatie EPD’s.
3e generatie EPD: “De Helper”
Deze generatie EPD’s gaat de arts meer ondersteunen bij diens werkzaamheden. Zij kunnen het proces dat de patiënt doorloopt stap voor stap volgen. Ze worden ook wel multidisciplinaire EPD’s genoemd, omdat er informatie vanuit verschillende stappen en daarmee disciplines in het dossier terug te vinden is. Zorgverleners worden met deze EPD’s bovendien geholpen om medische standaarden toe te passen. 3e generatie EPD’s beginnen nu in Nederland hun intrede te doen.
4e generatie EPD: “De collega”
De vierde generatie EPD’s kan veel meer gezien worden als een collega: deze EPD’s kunnen medische kennis koppelen aan het specifieke ziektebeeld van een patiënt. Op deze manier adviseren ze per patiënt over bijvoorbeeld medicijngebruik en gewenste (be)handelingen. Deze EPD’s worden ook wel disease management systemen genoemd.
Deze systemen maken het zelfs mogelijk dat een nieuwe beroepsgroep, soms wel ‘nurse practitioners’ genoemd, een deel van de taken van de arts of specialist overneemt doordat deze bij zowel diagnose als behandeling ‘gecoacht’ wordt door het EPD.Ook de eerste 4e generatie EPD’s doen hun intrede, maar nog op zeer kleine schaal.
5e generatie EPD: “De mentor”
Deze EPD’s bestaan nog niet, maar zouden in staat moeten zijn om rekening te houden met zowel de specifieke situatie van een patiënt als met de ervaring en kennis van de hulpverlener die het EPD inzien. Op basis hiervan kunnen ze artsen en patiënten nog beter dan 4e generatie systemen helpen beslissingen te nemen over behandelingen.
Wat al deze EPD’s allemaal gaan betekenen voor de communicatie tussen arts en patiënt is niet te voorspellen. Daar kun je slechts over speculeren. Dit zal ook sterk afhangen van wie welke rechten en plichten krijgt. En van hoe zo’n EPD dan wel niet precies wordt gebruikt. Wordt het EPD bijvoorbeeld gebruikt om artsen te ondersteunen in hun werkzaamheden, of wordt het ingezet om patiënten zelf meer in staat te stellen de regie te voeren over hun eigen zorgproces?
Want al is zo’n technologische innovatie als het EPD een belangrijke katalysator voor veranderingen, de mensen en veranderingen in hun (keuze)gedrag en interactiepatronen bepalen uiteindelijk wat het EPD voor de zorg betekent of gaat betekenen.
Heel interessant, die ontwikkeling omtrent EPD’s. Er is heel veel nuttige nformatie op je site te vinden waardoor ik een goed beeld krijg. Er wordt goed duidelijk wat het is, hoe ver ze nu zijn en wat het nog kan worden.
Uitleg over het landelijk elektronisch patientendossier (EPD): http://epd.infozoeker.tk
Een heel stuk duidelijker dan de ondertussen verschenen reclamefolder van VWS hierover. Doelstellingen zijn positief en klinken logisch, uitvoering roept vragen en, bij mij, weerstand op.
Bezwaarprocedure werkt met negatieve optie, en is niet compleet. Zoals nu geformuleerd kan INZAGE door andere ZORGVERLENERS geweigerd worden. Beter zou zijn ieder gebruik door anderen dan aan wie door de patient/client expliciet toestemming is verleend. Nog beter zou zijn dat de informatie vastgelegd in lokale dossiers zonder expliciete toestemming helemaal niet ontsloten kan worden via een centraal uitwisselingspunt.
Vanaf dag 1 zou er ook een mogelijkheid moeten zijn dat de patient/client on-line inzage heeft in de eigen gegevens en een directe notificatie van iedere toevoeging en raadpleging. Optioneel kan hiervan worden afgezien.
Onduidelijk is of er (ook) sancties zijn gesteld op het niet volgens de regels raadplegen van het EDP, inbegrepen een beoordeling of bewijsvoering in deze dan ook praktisch uitvoerbaar is.
laten we eerst de 2de en 1ste kamer afwachten en dan beslissen ;maar blanco cheques teken Ik nooit .Nu is het de 1ste lijn zorg ,morgen de zorgverzekeraars; morgen de daaraan gekoppelde arbodiensten PS vandaag in UK weer een usb stick gevonden met miljoenen gegevens ! 02-11-08 Laten we daar van leren !
Bedankt voor jullie reacties.
@ Majo: grappig dat je de post als reclame typeert. ‘Men’ heeft er inderdaad voor gekozen de inzage door de patiënt in een later stadium te realiseren. Daarin is Nederland overigens niet de enige: meerdere landen kiezen ervoor in een eerste fase zich uitsluitend op de zorgverlener te richten, zo moest ik ondanks na een empirische studie van internationale EPD’s ook concluderen. Denemarken heeft inmiddels wel een patiëntportaal, en Engeland werkt er ook hard aan.
@ Gerrit: Je staat niet alleen in deze mening, zo bleek vrijdag al uit de vele reacties op de post van VWS. Ik ben dan ook benieuwd hoeveel mensen het formulier gaan tekenen….
Voor een uitgebreide reactie over de brief en folder van VWS, zie: http://www.bettinepluut.com/post.
Bedankt voor de informatie over EPD’s. Zeker de informatie over de generaties. Ik ben met een werkstuk bezig voor SPW-woonbegeleiding vanuit het Ministerie van Justitie, Justitiële instellingen. Ethische dilemma’s in de technologiesering van onze samenleving is het onderwerp. Fijn, ik moest in het kort wat beschrijven. Ik zie dat kort geen optie is…haha.
Nette website, bookmarked.
Groeten,
Ruud.
Dit is trouwens het EPD generatie model van Gartner en recentelijk is het EPD generatie model iets aangepast. Kijk overigens goed uit met EPD generatie claims van leveranciers en vraag altijd na of de het EPD ook daadwerkelijk door Gartner is geëvalueerd. Kijk dus uit voor valse claims!
@ Bjorn Zeeman
Geachte heer Zeeman, in de discussie over het vervaardigen van een EPD met als mogelijkheid Gartner 5 (mentor) is tevens de discussie over het format van de data waarmee verzameld wordt losgebarsten. Gesteld wordt dat contextdriven dataopslag hiervoor noodzakelijk is om later (in retrospekt) geen onderdeterminatie van gegevens te riskeren.
Op dit moment zou dat alleen XML zijn.
Mijn vragen:
– is dit zo?
– zijn er meerdere mogelijkheden van opslag om dit later mogelijk te maken?
– wie verzorgt hier databases voor?
vriendelijke groet en dank,
Marc van Gestel
Beste Marc,
Sorry voor mijn late reactie, gelukkig bracht Jeroen Appel me op de hoogte van je reactie. De discussie over zorg data, interoperabiliteit en opslag is eigenlijk al voor langere tijd aan de gang maar is in Nederland net als bij het Gartner EPD generatie model omgeven door wat ruis.
Het beste advies dat ik je kan geven is om een keer te klankborden met de analist Wes Rishel. Hij is oa één van de oprichters van HL7 en was de stuwende kracht bij de keuze om hierin XML te adopteren. Zijn bio is eenvoudig online te vinden.
Mocht Wes zijn kennis interessant voor je zijn dan hoor ik het graag zodat ik je met hem in contact kan brengen.
Met vriendelijke groet,
Björn Zeeman
Beste Marc,
Sorry voor mijn late reactie, gelukkig bracht Jeroen Appel me op de hoogte van je reactie. De discussie over zorg data, interoperabiliteit en opslag is eigenlijk al voor langere tijd aan de gang maar is in Nederland net als bij het Gartner EPD generatie model omgeven door wat ruis.
Het beste advies dat ik je kan geven is om een keer te klankborden met de analist Wes Rishel. Hij is oa één van de oprichters van HL7 en was de stuwende kracht bij de keuze om hierin XML te adopteren. Zijn bio is eenvoudig online te vinden.
Mocht Wes zijn kennis interessant voor je zijn dan hoor ik het graag zodat ik je met hem in contact kan brengen.
Met vriendelijke groet,
Björn Zeeman